Rechtsherstel bezwaarmakers box 3 vóór 4 augustus 2022 – overbruggingswet op Prinsjesdag

Het kabinet compenseert voorlopig alleen de bezwaarmakers tegen de box-3-heffing over 2017-2020 en belastingplichtigen van wie de aanslagen over deze jaren op 24 december 2021 (datum Hoge Raad-uitspraak) nog niet onherroepelijk vaststonden of aan wie nog geen aanslag was opgelegd. De compensatie is gebaseerd op de forfaitaire spaarvariant en wordt vóór 4 augustus 2022 automatisch uitgekeerd aan de bezwaarmakers. Medio september 2022 start het herstel van de aanslagen 2017-2020 die op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststonden. De aangiften 2017-2020 waarbij nog geen aanslag is opgelegd, worden vanaf medio oktober 2022 hersteld.

Belastingplichtigen hoeven geen actie te ondernemen; zij ontvangen automatisch rechtsherstel. Niet-bezwaarmakers tegen de aanslagen over 2017-2020 die onherroepelijk vaststaan, krijgen (nog) geen rechtsherstel. Het kabinet wacht eerst een uitspraak af van de Hoge Raad in een andere box-3-procedure. Die uitspraak wordt in het najaar verwacht. In deze zaak staat de vraag centraal of een belastingplichtige die niet tijdig bezwaar heeft gemaakt, toch recht heeft op rechtsherstel. Dit blijkt uit een brief aan de Tweede Kamer over het rechtsherstel voor de box-3-heffing.

Voor het jaar 2021 ontvangen alle belastingplichtigen met box-3-vermogen rechtsherstel. Binnenkort worden de voorlopige aanslagen IB 2021 gefaseerd opgelegd, waarbij nog geen rekening wordt gehouden met het rechtsherstel. Dat gebeurt pas bij het opleggen van de definitieve aanslagen.

Overbruggingswet 2023 en 2024

Voor de belastingjaren 2023 en 2024 komt er een overbruggingswet die op de forfaitaire spaarvariant is gebaseerd. Deze wet vervangt het bestaande box-3-stelsel en zal op Prinsjesdag worden ingediend bij de Tweede Kamer.

 



Nieuwsoverzicht: